Woningwaarderingsstelsel aangepast per 1 juli 2018

Per 1 juli 2018 is het gewijzigde woningwaarderingsstelsel van kracht. Van ingrijpende aanpassingen is dit jaar geen sprake: de belangrijkste wijziging betreft de gebruikelijke indexering van de maximale huurprijsgrenzen.

Het woningwaarderingsstelsel is de rekenmethode die wordt gebruikt om de maximaal redelijke huurprijs van een sociale huurwoning te bepalen. De kwaliteit van een huurwoning wordt hierbij uitgedrukt in een puntentotaal. Dit puntentotaal correspondeert met een maximale huurprijs die een verhuurder voor een woning mag vragen. Heeft de woning meer dan 142 punten? Dan ligt de maximale huur van de woning boven de liberalisatiegrens van € 710,68 en is de verhuurder niet gebonden aan de maximale huurprijs volgens het woningwaarderingsstelsel.

Belangrijke onderdelen in het woningwaarderingsstelsel voor zelfstandige woningen zijn de oppervlakte, WOZ-waarde en energieprestatie van een woning. Voor nieuwere woningen geldt dat voor de energieprestatie relatief veel punten mogen worden gerekend, als gevolg van de eisen die voortvloeien uit het bouwbesluit. Daarnaast is de WOZ-waarde in de regel hoger dan bij oudere woningen. Onderstaande figuur illustreert het effect hiervan. Twee woningen met een huur net onder de huurliberalisatiegrens (142 punten) worden met elkaar vergeleken. Appartement A betreft een relatief nieuwe woning (bouwjaar 2016) in de Randstad met een goede energieprestatie en een relatief hoge WOZ-waarde per m². Appartement B is aanmerkelijk ouder (bouwjaar 1974) en groter, maar heeft een matige energieprestatie en een aanzienlijk lagere WOZ-waarde per m².

Bij het relatief kleine appartement A wordt het lagere puntenaantal voor de oppervlakte gecompenseerd door het hogere aantal punten voor de energieprestatie en de WOZ-waarde. Duidelijk is dat een nieuwe woning dus al snel het maximaal aantal punten voor een sociale huurwoning overschrijdt; helemaal waar het een woning betreft in de Randstad, waar de WOZ-waardes over het algemeen hoger liggen dan in de rest van Nederland.

Voor (zelfstandige) zorgwoningen geldt bovendien dat sprake kan zijn van de ‘zorgwoningtoeslag’. Als aan een aantal criteria wordt voldaan, dan geldt een woning als zorgwoning en mag een toeslag van 35% over (onderdelen van) het puntentotaal worden berekend. Voor ontwikkelaars van zorgwoningen zullen de huurpunten dus niet snel ‘in de weg’ zitten. Voor oudere zorgwoningen of kamers in een woonzorgcomplex is echter wél vaak een maximale huurprijs van toepassing. Het opstellen van een huurpuntenberekening kan in dat geval nuttig zijn om te voorkomen dat een te hoge huurprijs in rekening wordt gebracht.

Heeft u behoefte aan een onafhankelijke berekening van de maximale huurprijs voor een woning, appartement of kamer? Neem dan contact op met Ivo Liefferink, tel. nr. 088-2262407

Dit vinden wij ook belangrijk nieuws

Niet alleen bbn maar ook andere partijen werken aan een betere wereld. Want samen bereiken we meer. Wij lezen het nieuws en lichten de belangrijkste berichten uit.