“Diversiteit maakt ons sterker” – Vier bbn-vrouwen aan het woord

Op 8 maart is het Internationale Vrouwendag: een mooie gelegenheid om stil te staan bij de bijdragen die vrouwen aan de maatschappij leveren. Een dag die nog steeds nodig is vanwege de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen. Bij bbn waarderen we de bijdrage die de getalenteerde vrouwen aan onze organisatie leveren. Vandaag zetten we vier van hen in de schijnwerpers.

Carmen Ramkhelawan is proces-/projectmanager bij bbn en werkt ook in de vastgoedsector. “Als projectmanager ben ik verantwoordelijk voor het begeleiden van bouwprojecten en ben ik de rechterhand van de opdrachtgever. Vaak staan wij bij in de aanbesteding van de verschillende adviserende partijen, beheren wij de planning en de raming (vaak samen met onze collega’s van bouwkosten), organiseren we alle standaard en losse overleggen en helpen we ervoor te zorgen dat zowel opdrachtgever als gebruikers blij kunnen zijn met het resultaat.”

Pleun van Wijk werkt voor de afdeling Planontwikkeling en Advies, waarin ze werkt aan zowel huisvestingsadvies als projectmanagement binnen gebiedsontwikkelingen. “Ik ben betrokken bij verschillende opdrachten en neem de verantwoordelijkheid voor verschillende deelprojecten. Daarnaast richt ik me veel op duurzaamheid, met name het terugdringen van CO2-uitstoot binnen gebiedsontwikkelingen, en werk ik graag mee aan de kennisontwikkeling van onze organisatie.”

Michaela Brethauer is huisvestingsadviseur, projectmanager en afdelingsmanager. “Ik werk vooral voor maatschappelijke opdrachtgevers: gemeentes en schoolbesturen. Ik heb projecten in de initiatieffase, ontwerpfasen en realisatie. Ik stel Programma’s van Eisen op en help gebruikers hun wensen en eisen te formuleren, onder andere door het geven van workshops. Ik schrijf integrale huisvestingsplannen, maak haalbaarheidsonderzoeken en scenariostudies. Ik begeleid aanbestedingen voor adviseur en de uitvoerende partijen, leidt de projecten tijdens de ontwerpfasen en tijdens de uitvoering. Als afdelingsmanager ben ik vooral bezig met het begeleiden en ondersteunen van mijn team, de juiste mensen op de juiste projecten zetten, het organiseren van hulp en ondersteuning in projecten en met opleidingen, het voeren van gesprekken en een luisterend oor als iemand dat nodig heeft.”

Albertine van Dunné is junior huisvestingsadviseur. “Als huisvestingsadviseur ben ik samen met collega’s bezig met het inzichtelijk maken van de ruimtelijke en functionele behoeftes van een opdrachtgever. Dit wordt vertaald in onder andere een Programma van Eisen.”

Vrouwen in de bouw

Alle vier hebben ze een bewuste keuze gemaakt om in deze sector aan de slag te gaan. “Gebouwen hebben mij van jongs af aan al geïnspireerd,” vertelt Carmen. “Als je bedenkt hoeveel tijd wij als mens in Nederland wel niet doorbrengen in gebouwen, mogen we ook wel met een meer weidse blik kijken naar onze gebouwen. De concrete en harde zijde van een gebouw maakt de opbouw en toch kan dit een heel groot effect hebben op de zachte gevoelskant van de mens. Tijdens mijn studie bouwkunde kwam ik erachter dat ik zelf niet de beste ben in het ontwerpen van gebouwen, dus dat laat ik mooi over aan de architecten die hier wel goed in zijn. Maar het meedenken en het samenbrengen van de diverse aspecten vanuit het technische (comfort) en gebruikersperspectief (functionaliteit), daar ben ik wel goed in. Al deze aspecten bij elkaar maken al een hele goede basis voor een fijn en prettig gebouw.”

Als je bedenkt hoeveel tijd wij als mens in Nederland wel niet doorbrengen in gebouwen, mogen we ook wel met een meer weidse blik kijken naar onze gebouwen

Michaela studeerde architectuur en maakte van daar de overstap naar projectmanagement. “Ik heb altijd werk willen doen, waarbij er duidelijk een resultaat te zien is van wat ik gedaan heb. Dus het proces van een eerste idee op papier tot het daadwerkelijk gerealiseerd zien en er doorheen kunnen lopen en gebruikers die blij zijn met wat ze krijgen, vind ik het allerleukste aan mijn werk. Als architect kon ik het ontwerp zelf bedenken, nu teken ik niet meer zelf, maar voor mij zit er net zoveel creativiteit in het hele proces als vroeger. En ik vind leuk, dat ik nu al veel eerder aan tafel bij de opdrachtgever zit.”

Pleun vindt het leuk om analytisch onderzoek te combineren met creatieve en strategische oplossingen. “Zo kan ik bijdragen aan duurzame en waardevolle ontwikkelingen die de leefomgeving op de lange termijn verbeteren.”

Voor Albertine zit er ook een familietintje aan haar keuze: “Zowel mijn oma als tante hebben bouwkunde gestudeerd. Daarnaast heeft mijn andere tante, die ook technisch is aangelegd, haar eigen uitbouw getekend en geleid. Hoe gaaf is dat? Alle drie inspireren ze mij wat betreft doorzettingsvermogen, passie en het niet uit het veld laten slaan.”

Ook Carmen ontdekte tijdens haar werk een onverwacht mooie link met haar familie, toen ze werkte aan de Shri Saraswati basisschool in Rotterdam. “Dit is een relatief kleinschalige school die zich al jaren bevond in een statig pand, wat zijn eigen charmes heeft, maar niet meer geschikt is als basisschool. De gemeente wilde mede dit nieuwe gebouw gebruiken om een nieuwe impuls te geven aan de wijk. Ondanks de binnenstedelijke en compacte locatie hebben we een prachtig en licht gebouw gerealiseerd met specifieke karakteristieken die passen bij de Hindoestaanse achtergrond van de school. Wat dit project extra bijzonder maakte voor mij, is dat dit het eerste project was wat ik van begin tot eind heb meegemaakt en waar ik mijn liefde voor onderwijsprojecten heb ontdekt. Daarnaast is de opdrachtgever een stichting waar mijn overleden opa blijkbaar jaren geleden voor gewerkt heeft. Het was heel speciaal om daar achter te komen halverwege het project.”

Bijdragen aan een betere leefomgeving

Met doorzettingsvermogen en passie dragen de bbn-vrouwen bij aan een duurzamere en betere leefomgeving. “Als projectmanager kan je opdrachtgevers/gebruikers in een vroeg stadium begeleiden in de mogelijkheden van duurzame gebouwen,” vertelt Carmen. “Vaak vraagt dit om meerkosten in de beginfase, maar niet altijd. Steeds meer opdrachtgevers hebben vanuit zichzelf een drive om in te zetten op duurzaamheid. Dit is geweldig om te zien en hier kan je samen goed op voortbouwen. Daarbij vind ik het belangrijk om te kijken wat duurzaamheid nou daadwerkelijk is en hoe je dat kan bereiken in een gebouw.”

Pleun bevestigt dat: “Door in een vroeg stadium bewustwording te creëren rondom duurzaamheid, kunnen we duurzamere keuzes stimuleren. Door op tijd inzicht te geven in de mogelijkheden, zorgen we ervoor dat projecten bijdragen aan een gezonde en toekomstbestendige leefomgeving.”

Albertine is het met Pleun eens: “Vroegtijdig mensen enthousiasmeren en inspireren zorgt ervoor dat er meer mogelijk is. Het leuke is dat er zoveel verschillende kanten zijn aan duurzaamheid, waardoor er ook veel mogelijkheden zijn.”

Door in een vroeg stadium bewustwording te creëren rondom duurzaamheid, kunnen we duurzamere keuzes stimuleren

Michaela maakt gebouwen waar mensen graag willen komen, die een gezond en fijn binnenklimaat hebben, waar mensen zich thuis voelen, energiek en prettig. “Het is fijn als door ons werk leerlingen niet meer in verouderde, slecht geventileerde, koude of juist te warme scholen moeten zitten. Als we gebouwen maken waar mensen trots op zijn, worden die ook gekoesterd, goed onderhouden en daarmee duurzaam.”

Dat deed Michaela bijvoorbeeld bij Kindcentrum Doorslag Noord, een gebouw met voorheen twee scholen uit de jaren 70. “We hebben eerst in een haalbaarheidsonderzoek drie scenario’s vergeleken: instandhouding, vernieuwbouw en nieuwbouw. Vernieuwbouw scoorde het beste en wordt nu gerealiseerd. Ik ben ontzettend blij met deze keuze, waarbij een 50 jaar oud gebouw weer helemaal van deze tijd wordt. De ruimtelijke kwaliteiten van deze school zoals grote klaslokalen en veel daglicht blijven behouden, net als het hele gebouw met een hoge erfgoedwaarde en als middelpunt van de wijk. We voegen daar een moderne grote ontmoetingsruimte aan toe en maken het gebouw helemaal energieneutraal. Wat mij betreft een fantastische combinatie.”

Internationale Vrouwendag

Albertine ziet Internationale Vrouwendag als een gelegenheid om kritisch te kijken naar de stand van zaken en een blik op de toekomst te werpen. “Wat moeten we nog meer doen om vrouwen in de technieksectoren en in topfuncties te krijgen? Naast dat er op de werkvloer aandacht moet zijn voor gendergelijkheid, is het ook belangrijk om dit mee te geven aan kinderen. Er bestaat niet zoiets als ‘mannen-’ of ‘vrouwenberoepen’, of genderspecifieke talenten. Om vrouwen te enthousiasmeren voor deze sector/rollen, moeten ze zichzelf hier ook zien werken.”

Carmen is het daarmee eens: “De technische sector is van oudsher een ‘mannenwereld’. Ondanks dat er steeds meer vrouwen in de technische sector werken, schrikt dit veel vrouwen nog steeds af. Ik zie deze dag als een moment waarop er iets meer aandacht wordt besteed aan de vrouw en haar rol op de arbeidsmarkt. Laten we het gebruiken om gesprekken met elkaar te voeren, ervaringen te delen en elkaar te inspireren om te werken aan onderwerpen die eenieder leuk vindt. Ook al is dit een ‘mannenwereld’.”

Hoe kan je vrouwen dan inspireren om in de techniek aan de slag te gaan? Pleun geeft aan: “Ik denk dat diversiteit in ons vakgebied ons sterker maakt. Verschillende perspectieven zorgen juist voor een betere samenwerking en innovatie, dus laat je niet tegenhouden om je plek in te nemen.”

Er bestaat niet zoiets als ‘mannen-’ of ‘vrouwenberoepen’, of genderspecifieke talenten

“Doe alles waar je zin in hebt en waar je goed in bent,” adviseert Michaela. “Laat je in elk geval niet belemmeren door de gedachte dat iets een ‘mannenwereld’ is. Overal, ook op de bouw, zijn mensen zich steeds meer van bewust dat een gemengd team in welke opzichten dan ook, altijd een verrijking is.”

Ook Carmen zegt dat vrouwen zich niet moeten laten afschrikken: “Ik kom regelmatig tegen dat ik als vrouw in de minderheid ben aan tafel, maar dit kan juist positief zijn. Vooral in mijn tak van sport gaat het steeds meer om integraliteit en kennisdeling. Het samenbrengen van verschillende disciplines is iets wat karaktereigenschappen vraagt die over het algemeen goed liggen bij vrouwen. En maak je geen zorgen, je bent echt niet de enige vrouw en mannelijke collega’s zijn niet eng.”

Albertine vat het mooi samen: “Gewoon doen! Je hoort hier even goed thuis als een ander.”

Een duurzame toekomst

Tot slot werpen de vier dames nog een blik in de toekomst. “De bouwwereld staat voor grote uitdagingen in Nederland; de verduurzamingsslag die nodig is, het tekort aan woningen, de veroudering van schoolgebouwen, strengere regelgeving, etc. Dit vraagt alleen maar om meer bundeling van kennis en samenwerking om dit voor elkaar te krijgen. Een vakgebied wat dus zal blijven groeien en ontwikkelen,” ziet Carmen.

De waardevolle leefomgeving van morgen omschrijft ze als “een plek met fijne mensen om mij heen en een gezond gebouw voor mens en natuur.” Om die situatie te bereiken, is het belangrijk om goed en logisch te blijven nadenken. “Het gaat niet altijd om hoe meer hoe beter. Simpel gezegd, denk vooral in het principe van Trias Energetica, en dan vooral de eerste twee stappen. Wat stoot ik nou uit en hoe kan ik dit verminderen, en hoe kan je dit verbruik op een duurzame en meer natuurvriendelijke manier opwekken?”

De aarde is eindig, dus steeds meer en meer, groter en beter, stopt een keer

Ook Pleun ziet dat duurzaamheid een steeds grotere rol speelt in ons vakgebied. “We gaan niet alleen duurzamer bouwen, maar ook bewuster kijken naar de integratie van natuur, circulariteit en sociale cohesie. Daarnaast verwacht ik dat leefbaarheid een nog belangrijkere factor wordt, vooral in onze steeds dichter bevolkte steden.”

Ze wil zich dan ook inzetten “voor innovatieve en duurzame projecten waarbij we niet altijd de gebaande paden volgen, maar juist durven te experimenteren en nieuwe manieren van ontwikkelen verkennen. Zo hoop ik écht impact te maken op de leefomgeving van de toekomst – een omgeving waarin stedelijke ontwikkeling en natuur in balans zijn.”

Michaela spreekt de wens uit dat er in de toekomst ruimte is voor iedereen. “Het zou fijn zijn als we allemaal iets meer vanuit ‘wij’ zouden kunnen denken in plaats van ‘ik’. De aarde is eindig, dus steeds meer en meer, groter en beter, stopt een keer. Misschien kunnen we ontdekken dat iets minder, kleiner en meer delen juist tot meer verbinding met elkaar en een leukere maatschappij kan leiden.”

Albertine ziet dat er voor zo’n duurzame toekomst nog best wat inspanning nodig is, onder andere in de samenwerking, maar: “Hoe meer mensen aan tafel meedenken en meewerken over duurzaamheid, hoe creatiever, praktischer en slimmer de oplossingen worden.”

Dit vinden wij ook belangrijk nieuws

Niet alleen bbn maar ook andere partijen werken aan een betere wereld. Want samen bereiken we meer. Wij lezen het nieuws en lichten de belangrijkste berichten uit.