MFC Wanmolen, Zetten

Gemeente Overbetuwe gaat het huidige zalencentrum de Wanmolen aan het Schweitzerpark in Zetten vervangen door de nieuwbouw van een multifunctioneel centrum waar iedereen welkom is en waar leren, bewegen, zorg en ontmoeten centraal staan. Naast een apotheek, huisartsencentrum en consultatiebureau zal er ook ruimte komen voor verenigingen, jongerenruimte, sporthal, bibliotheek en een huiskamer/café.

De nieuwbouw zal bestaan uit maximaal twee bouwlagen en is gesitueerd rondom de huidige sporthal: aan de zuidwestzijde komen de zorgfuncties, aan de zuidoostzijde de sociaal culturele functies zoals de bibliotheek, en de noordoostzijde is met o.a. kleedruimten ondersteunend aan de centrale sporthal. Hierdoor ontstaat een compact en tegelijkertijd alzijdig gebouw.

De constructie van de huidige sporthal wordt behouden en uit het overige deel van het huidige centrum zullen diverse materialen worden geoogst tijdens de sloop en worden hergebruikt in de nieuwbouw zoals bijvoorbeeld stalen liggers en houten balklagen.

De Gemeente Overbetuwe heeft de totale ontwerpopdracht Europees aanbesteed. Na de gunningsfase is het ontwerpteam onder leiding van Krft architecten in de zomer van 2023 gestart. Daartoe zijn ook Lüning, abtWassenaar en bbn als adviseurs bij dit project betrokken. Door de aanpak met een integraal ontwerpteam is het gebouwontwerp zowel ruimtelijk/functioneel als technisch en financieel in optimale samenhang ontworpen en uitgewerkt.

bbn verzorgde in alle ontwerpfasen van het project het bouwkostenmanagement.

Na een succesvolle aanbesteding is op 4 juli 2025 de aanneemovereenkomst met aannemer Van der Horst B.V. uit Mill getekend. Met de ondertekening komt de bouw een stap dichterbij. De planning is dat de sloop van de huidige Wanmolen in september 2025 start. Als alles volgens plan verloopt, opent het nieuwe MFC Wanmolen eind 2026 de deuren.

Gemeente Haarlemmermeer ziet verduurzaming van vastgoed als vanzelfsprekend

Voor veel gemeenten is het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed een complexe en vaak losstaande opgave. Bij gemeente Haarlemmermeer is dat anders. Daar is duurzaamheid een vanzelfsprekend onderdeel van het vastgoedmanagement geworden. Dat zorgt niet alleen voor energie-efficiëntere gebouwen, maar ook voor strategischere keuzes in de vastgoedportefeuille. Samen met bbn werkt de gemeente aan een toekomstbestendige aanpak waarin techniek, beleid en organisatie samenkomen. Dat is in elk geval de ervaring bij de gemeente Haarlemmermeer, vertellen Matthias Vellekoop, Teammanager Vastgoedzaken en Bert de Vries, Projectleider Verduurzamen Maatschappelijk Vastgoed. Zij gaan in gesprek met Vincent van Helvoort en Sidney Mac Gillavry van bbn adviseurs, die de gemeente ondersteunen.

Van collectieve duurzame ambities naar een concrete routekaart

De gemeente Haarlemmermeer beschikte volop over energieverbruiksdata, maar miste overzicht en richting. Matthias vertelt dat de gemeente rond 2019 begon als ‘smart follower’, in de tijd dat de kaders van het Parijsakkoord wettelijk werden vastgelegd door de EU. “We hebben toen de eerste stappen gezet met het labelen van alle panden om inzicht te krijgen in het energieverbruik en het laten opstellen van maatwerkadviezen.”

Dit was vooral een kwestie van veel data verzamelen, vertelt Matthias: “We hadden een stuk of honderd maatwerkadviezen opgesteld, maar we hadden nog niet echt een idee wat we met de data gingen doen.” Dit was de aanleiding om in 2022 de routekaart op te stellen. Om hierbij de nodige ondersteuning te krijgen is bbn benaderd, waarna Sidney aan tafel kwam bij de gemeente.

De routekaart versnelde het proces en vormde de basis voor een strategie. In een gemeente is politiek draagvlak essentieel om organisatie breed op dezelfde manier naar vastgoed te kijken. Een informatiesessie droeg eraan bij dat het idee van verduurzamen werd ‘vastgeklikt’ in het collectieve geheugen van de gemeenteraad.

“Dat is goed geland,” bevestigt Matthias. Zo ontstond er het besef dat het verduurzamen van de gebouwen een lopend proces is dat nodig is, maar wel een proces dat geld gaat kosten. “Dat geeft wel aan dat er een collectieve ambitie is,” zegt Vincent. De vraag om duidelijke kaders laat zien dat de ambities breed worden gedragen – en dat Haarlemmermeer echt wil doorpakken.

Verduurzaming combineren met praktische verbeterpunten

Verduurzaming mag geen doel op zich zijn; het moet ook leiden tot gebouwen die prettig en bruikbaar zijn voor de mensen die erin werken of sporten. Bert vertelt hoe het verduurzamingsprogramma is aangevuld met functionele wensen. Zo stammen veel panden uit de jaren 70 en 80 en zijn verouderd, zoals de sportaccommodatie in Bornholm.  Naast verduurzaming wordt ook geïnvesteerd in comfort en functionaliteit, zoals douches, sportvloeren en akoestiek. Bert deelt hierover: “Zo krijg je dus een spin-off effect, waarbij verduurzaming hand in hand gaat met functionele verbeteringen.”

Om dit te bewerkstelligen komt het onderwerp meerjarenonderhoudsplan (MJOP) naar voren. Bij het opstellen van een MJOP moet er gekeken worden hoe dit zich verenigt met de verduurzamingsopgave. “Het MJOP en de verduurzamingsopgave laten zich nog niet overal verenigen met elkaar,” zegt Bert. “Daarom is het ook onze wens om de MJOPs in de toekomst op te werken tot DMJOPs, opgebouwd uit elementen die bij het gebouw aan de orde zijn.” Dit is een tendens die breed in de gemeentelijke sector zichtbaar is. Het MJOP pur sang is niet direct bedoeld om verduurzaming te stimuleren, maar het moet wel inzicht bieden in de mogelijkheden die er zijn.

“Deze aanpak zien we ook bij andere gemeenten,” zegt Vincent. Waar mogelijk worden onderhoud en verduurzaming gecombineerd, afgestemd op de routekaart en het MJOP. Die ‘van grof naar fijn’-aanpak maakt de opgave behapbaar en helpt bij het stellen van prioriteiten.

Van voorstudie naar stappenplan en verbinding

Een slimme verduurzamingsaanpak begint met een sterk vooronderzoek en goede samenwerking tussen beleid, techniek en organisatie. Hoe groter en technischer het gebouw, hoe belangrijker het voortraject wordt. Een goede voorstudie is essentieel voor een logisch, haalbaar en maakbaar stappenplan erna. ”En dat is iets waar de gemeente het belang van inziet,” zegt Vincent.

Bij gemeente Haarlemmermeer wordt die aanpak al toegepast op meerdere projecten. Zo vertelt Bert over gymzalen: “De vijf gymzalen waren te slecht voor een verduurzamingsaanpak en komen in een sloop-nieuwbouwtraject, wat weer een extra reductie op de CO2-prestatieladder betekent.”

Op basis van kengetallen maakt de gemeente een voorlopige selectie. In de ontwerpfase kunnen prestaties afwijken, maar zolang de koers op portefeuilleniveau klopt, is bijsturen soms nodig en gewenst.

Verduurzaming leeft inmiddels breed binnen de organisatie. “We zijn bezig met zaken als de energietransitie en monitoring voor de CO2-prestatieladder. Daarin stemmen we ook af met collega’s van andere afdelingen,” zegt Bert.

Volgens bbn is die interne verbinding cruciaal. Een ‘Bert’ in de organisatie maakt het verschil: hij slaat de brug tussen techniek en beleid. Juist de samenwerking tussen afdelingen zorgt ervoor dat plannen niet alleen bedacht, maar ook gedragen en uitgevoerd worden.

Een van de projecten voor de gemeente Haarlemmermeer, aan het Harmonieplein in Nieuw-Vennep

Kleine successen vieren

In het Dorpshuis Zwanenburg is de gemeente gestart met een verbeterslag om de regelinstallaties in het gebouw beter met elkaar te laten communiceren.

Niet direct een ‘lintjesdoorknipmoment’, maar wel belangrijk om juist ook dat soort kleine successen te vieren. “Verduurzaming is noodzakelijk, maar ook leuk om aan te werken en zeker niet alleen een last”, vinden Matthias en Bert.

Ook Vincent benadrukt het belang van dat soort ‘kleine’ projecten. “Als je kijkt naar het vastgoedareaal in een gemeente, dan hebben juist de ‘kleinere’ projecten zoals gymzalen, gemeentewerven, dorpshuizen en basisscholen een groot aandeel op de maatschappelijke impact. We doen daarin heel veel – en dat mogen we ook best laten zien.”

Een goed begin…

Tot slot geeft Matthias nog een tip aan zijn collega’s bij andere gemeenten: “Begin met een duidelijke strategie, denk die goed uit, bepaal je doel en werk het uit.” Kijk als gemeente niet alleen naar welke panden je aanpakt, maar ook hoe je het organiseert en financiert. Een goed plan kost tijd, maar verdient zich terug in de uitvoering.

Daarbij waarschuwt Matthias ook voor het ‘te ver gaan’ in de dataverzameling: “Genoeg is genoeg. Focus niet op data die je niet hebt, maar denk aan de wet van de grote aantallen.” Beredeneer wat essentieel is, en wat bijzaak is. Bepaal vanuit hier een strategie en wees bereid om tijdens het proces aanpassingen te doen. Matthias en Bert zijn tevreden met hoe het hele proces, van routekaart tot start uitvoering, is verlopen. Matthias: “De samenwerking met Sidney is daarin uitstekend geweest – we hebben nu het product dat we voor ogen hadden en plukken daar nog steeds de vruchten van.”

Ook Bert is positief over de haalbaarheidsonderzoeken die bbn heeft uitgevoerd: “bbn heeft kundige mensen op diverse disciplines, van bouwkunde tot installaties. De duidelijke, integrale benaderingswijze heb ik als heel prettig ervaren.”

Andersom spreekt Vincent ook zijn waardering uit voor Haarlemmermeer als opdrachtgever: “De gemeente en het projectteam bieden ons de ruimte om tot innovatieve oplossingen te komen. Die positieve instelling, met een gemeente die lef toont en verder durft te kijken, vergroot ook ons werkplezier. Verduurzaming is voor Haarlemmermeer geen ding voor erbij, maar onderdeel van de mindset binnen de organisatie.” Met bbn als partner kijkt Haarlemmermeer verder, van losse maatregelen naar een samenhangende vastgoedstrategie.

De samenwerking met Haarlemmermeer laat de uitdaging van gemeenten zien en hoe bbn kan ondersteunen bij vastgoedmanagement. Op zoek naar ondersteuning in vastgoedmanagement? Neem contact op.

Van lineair naar circulair: “Ga er gewoon mee aan de slag!”

Gemeenten kunnen een sleutelrol spelen in het bevorderen van de transitie naar circulariteit. Het bedrijfsleven, bouw, zorg, onderwijs – het komt allemaal samen bij de gemeente. Maar hoe geef je prioriteit aan de circulaire economie, terwijl het ravijnjaar zijn schaduw vooruitwerpt?

Gelukkig betekent de omslag naar circulaire bouw niet een stap achteruit op financieel gebied. Sterker nog, het kan juist financieel interessant zijn om je circulaire ambities te verwezenlijken. Hoe dat zit, vertelt Wouter van Beijnum, die deze maand afzwaait als manager opgave Duurzaam Veenendaal. Zijn opvolger, Henk ter Elst, en Erik Jansen (bbn adviseurs), schuiven ook aan om hun licht te werpen op het onderwerp.

Van lineair naar circulair

De gemeente Veenendaal zet stevig in op circulariteit: in 2050 wil de gemeente volledig circulair zijn.  “We moeten anders met onze planeet omgaan,” zegt Wouter. “In 2050 willen we een duurzame, volledig circulaire stad zijn – we geloven dat dat nodig is. Zowel ons team als de wethouder zijn intrinsiek gemotiveerd om daar een voortrekkersrol in te pakken. We geloven echt dat het anders moet.”

“En dat is niet alleen idealisme,” vult Henk aan. “We hebben er een rotsvast vertrouwen in dat het kan en daar werken we ook aan, samen met het bedrijfsleven. Daar zit ook een groot belang: bedrijven die niet meegaan in de transitie, zien over een jaar of tien hun bestaansrecht misschien wel verdwijnen. Voor ons als gemeente is het bedrijfsleven belangrijk, dus moeten we alle zeilen bijzetten om de lineaire economie om te vormen naar een circulaire economie.”

“Het is daarbij van belang dat mensen niet bang zijn voor het onbekende. Het beeld bestaat dat circulair gelijkstaat aan minderwaardig. Zoals bij een inrichtingsproject: ‘je gaat toch niet op tweedehands stoelen zitten?’ Maar dat is het niet. Dat gevoel in de maatschappij moet veranderen,” zegt Wouter. “Het gaat veel meer om kansen zien in het hergebruik van materialen. De hoeveelheid materialen die we ter beschikking hebben, is immers eindig. Maar het potentieel om die materialen te hergebruiken, daarvan is het einde nog lang niet in zicht.”

Veenendaal geeft ambities vorm

Die ambitie is voor Veenendaal geen lege huls, benadrukt Wouter. “We zijn al acht jaar bezig met de energietransitie, de circulaire transitie en klimaatadaptatie. Zo zijn we risicodragend deelnemer in een warmtenet in de bestaande bouw. Op het gebied van netcongesties kijken we naar optimalisatie om onze duurzaamheidsambities waar te maken. En we hebben al stappen gezet in circulaire bouw: een losmaakbare staalconstructie in een brandweerkazerne, klimaatbewust bouwen aan het IKC Franse Gat en de realisatie van de gemeentewerf die we zo losmaakbaar mogelijk hebben uitgevoerd, zijn daar mooie voorbeelden van.”

De gemeentewerf is een mooie case om op in te zoomen. “Het is echt een schitterend gebouw geworden met een duurzame uitstraling, dankzij de groene gevels en groene binnengevel,” schetst Wouter. “We hebben daarbij afgewogen of we wel een nieuw gebouw nodig hadden. Want daar begint circulair bouwen mee: kijk naar wat je hebt, gebruik je leegstand en upgrade die waar mogelijk.”

Met financiële bril kijken naar circulariteit

Een volledig circulaire gemeente in 2050 – dat is een mooie ambitie, maar uiteindelijk moet er ook geld voor zijn. Zeker met het komende ravijnjaar is dat geen vanzelfsprekendheid. “Maar circulair bouwen is juist ook financieel interessant,” zegt Wouter. “Het vraagt een zekere voorinvestering, maar als je vervolgens ook je cost of ownership meeneemt in de berekeningen – waarbij je kijkt naar de hele gebruiksperiode, inclusief onderhoud – ontstaat er een ander plaatje. Zo naar de toekomst kijken zijn we nog niet zo gewend, maar als je de oogstfase ook meeneemt, verschuift de balans opeens van risico’s naar kansen.”

Anders kijken met RestWaarde Index

Wouter geeft aan dat de restwaardeberekening mogelijk al wel te veel afwaardering meeneemt. Hij ziet enorm veel kansen dat de restwaarde hoger zal zijn in de toekomst. “De prijzen van materialen zullen exponentieel stijgen door grondstoffenschaarste. Hier sorteren we nog niet op voor met de restwaardeberekening, we rekenen op deze manier nog aan de veilige kant.” Voor nu een prima uitgangspunt, maar: “Als we iets minder veilig kijken, wordt het nog aantrekkelijker.”

In de toekomst gaat de gemeente Veenendaal die verschuiving meer concreet vorm gegeven, door gebruik te maken van de RestWaarde Index (RWI) als instrument om de circulaire ambities op te volgen. “Tot op heden vroegen we meer aan de markt, aan de bouwers, wat we konden doen, zonder daar een stuurbare eis op mee te geven. De aangeboden initiatieven werden dan door de gemeente omarmd. Dat gaat nu veranderen. Door de RWI te gebruiken kunnen we meer sturen tijdens het bouwproces. Zo kunnen we de restwaarde verzilveren in onze investering.”

“We zien nu nog te veel gebouwen die worden gesloopt en een hele berg aan afval achterlaten. Dat vind ik erg jammer,” zegt Erik. “En het kan anders. Gebouwen moet je nu anders insteken om een afvalberg over dertig jaar te voorkomen. Dat kan als je aan de voorkant stuurt: zie een gebouw als een materialendepot voor de toekomst, kijk welke factoren een grote impact hebben op de restwaarde. Precies dat is wat we berekenen met de RWI.”

“Zo’n benchmark inzetten is heel belangrijk om de stappen die we maken op het gebied van circulariteit, inzichtelijk te maken,” meent Wouter. “Door met z’n allen een RWI-waarde af te spreken als benchmark, kunnen we sturen op circulariteit. Dat wordt dan dus hét instrument om te volgen of we nog circulair bouwen. Ook kan je met de RWI checken of het circulaire gebouw dat je wilt neerzetten in de praktijk ook circulair gemaakt wordt, en je blijft bij de les: je kunt regelmatig checken of je alles volgens de beste circulaire manier doet en of je benchmark nog op orde is.”

bbn adviseurs kan daaraan bijdragen met de kennis die in de loop der jaren is verzameld op het gebied van bouwkostenmanagement. Erik: “We kunnen putten uit een enorme bron aan ervaring en gegevens. Zo brengen we de impactmakers op restwaarde in kaart, of het nu gaat om arbeid op de bouwplaats, de conditiescore, materiaalwaarde, materiaalkeuze en bouwmethodes.”

Tot slot heeft Wouter nog een tip voor gemeenten die nog twijfelen over het hoe en wat van circulair bouwen. “Ga er gewoon mee aan de slag! Tools als de RWI maken duidelijk dat we veel meer kunnen met de circulaire economie. Als die beter draait, plukken we daar ook weer de vruchten van. Het is zonde dat we zo veel materialen delven, raffineren, produceren, transporteren en gebruiken om die vervolgens als waardeloos weg te zetten. Met het inzicht van wat allemaal mogelijk is door in het begin van het proces al te sturen op restwaarde, kan je nu al gerichte keuzes maken die zich later dubbel en dwars uitbetalen.”

Zo zit het met stikstof in jouw project

De stikstofwetgeving in Nederland is de laatste tijd aan nogal wat veranderingen onderhevig. Denk bijvoorbeeld aan recente uitspraken van de rechter en de Raad van State en de ontwikkelingen in Den Haag. Maar wat betekent dit concreet voor jouw bouw- of ontwikkelproject?

In deze video legt Thierry van Wandelen uit wat de impact is van de nieuwste regelgeving.

Met de Stikstof Risicoscan, ontwikkeld door ABT en bbn, kun je al in een vroeg stadium inzicht krijgen in de stikstofdepositie van je project. Zo kun je tijdig bijsturen en vertraging voorkomen.

“Diversiteit maakt het werk extra leuk”

Een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij – dat is wat Esmée Vogelaar graag doet in haar rol als vastgoedadviseur bij bbn. Ruim een jaar werkt ze nu aan maatschappelijke vastgoedprojecten die ertoe doen. Ze blikt dan ook met een goed gevoel terug op haar eerste jaar bij bbn.

“Aanvankelijk kwam ik bij bbn voor bouwkostenmanagement, maar al snel maakte ik de overstap naar vastgoedmanagement, omdat dat beter aansloot bij mijn ervaring. Dat is het leuke bij bbn: je kan een profiel creëren wat bij je past. Die flexibiliteit is heel prettig.”

Toekomstbestendig vastgoed

Het team vastgoedmanagement, waar Esmée deel van uitmaakt, adviseert klanten met als doel toekomstbestendig vastgoed. “We houden ons bezig met de dagelijkse gang van zaken, zoals onderhoud en compliance, maar we kijken ook naar het grotere plaatje. Strategie en langetermijndenken speelt daarbij een belangrijk rol. Want de keuzes die je nu maakt, dragen bij aan het doel waar je naartoe werkt.”

Meedenken met de opdrachtgever en doorvragen is daarbij essentieel. “Bij elke concrete opgave kijken we of dat ook in de visie op lange termijn past. Bijvoorbeeld: Hoe kan ik de noodzakelijke vervanging van cv-ketels op korte termijn combineren met de ambitie naar een all-electric oplossing op de lange termijn? Zomaar een warmtepomp installeren gaat meestal niet, omdat het netwerk waarmee de verwarmingsenergie wordt afgegeven daar ook passend voor moet zijn. En, past het ook binnen het gecontracteerde elektrische vermogen van een gebouw? Of welke stappen kan ik nu al zetten om mijn vastgoed energiezuiniger te maken, terwijl ik me voorbereid op een grootschalige renovatie over 10 jaar? Zodat er geen no regret maatregelen worden genomen. Vanuit onze expertise kunnen we opdrachtgevers helpen met dat soort vragen om te gaan.”

Pragmatisch puzzelen

Esmée ziet diverse projecten de revue passeren. “Die diversiteit in werkzaamheden maakt het werk extra leuk. Ik werk met verschillende collega’s aan verschillende projecten. Daarbij is het zaak om altijd de beste oplossing te vinden, die voor de opdrachtgever en de (eind)gebruiker bijdragen aan toekomstbestendigheid. Op papier wil je natuurlijk de meest duurzame oplossing die er is, maar in de praktijk moet je ook rekening houden met andere factoren. Die vertaling van theorie naar praktijk, daar heb ik veel in geleerd het afgelopen jaar.”

Samen werken aan mooie projecten

Kortom, Esmée zit prima op haar plek bij bbn. “Het is een mooi bedrijf, met collega’s die een schat aan ervaring en kennis hebben op diverse gebieden. Die kennis delen ze graag. Ook al werken we op verschillende afdelingen, er is veel onderling contact en samenwerking.”

Wil jij net als Esmée bijdragen aan duurzame, maatschappelijke projecten? Kijk dan eens op https://bbn.career.emply.com/vacatures

Op de bouwplaats van het Dordthuis

De bouw van het Dordthuis is in volle gang. Deze ‘huiskamer’ van de stad wordt een duurzaam, aantrekkelijk gebouw dat onderdak zal bieden aan het nieuwe stadskantoor van de gemeente en diverse gemeentelijke diensten: de stadsbibliotheek, de Sociale Dienst Drechtsteden en de VVV.

In deze video is te zien hoe Rinald van der Wal in de rol van bouwdirecteur vertelt over de functie en bouw van het Dordthuis:

De verwachting is medio 2026 op te leveren.

De Delftse Tuin, Delft

De Delftse Tuin is een Openbare Montessori basisschool (1.335 m²), kinderdagverblijf (300 m²) en BSO in één waarbij intensief tussen de organisaties wordt samengewerkt.

Zo loop je als driejarige al mee in de kleuterklas en kan het atelier van de BSO tijdens schooltijd ook gebruikt worden voor creatief onderwijs.

Het gebouw is opgezet in split level, met op elk niveau een andere leeftijdsgroep. Door het kleine niveauverschil is de drempel naar een andere klas kleiner. Via een centrale vide, het hart van de school, zie je wat de leerlingen in een andere ‘bouw’ aan het doen zijn. Zo maken we een inspirerende leeromgeving waar kinderen elkaar zien en kennen.

Duurzaamheid is een belangrijk item; er is daarom veel aandacht voor natuurinclusiviteit en klimaatadaptatie. Zoals een verbeterde infiltratie van neerslag en het verminderen van hittestress en het versterken van de groene identiteit van de wijk met ruimte voor groene verblijfsplekken.

bbn adviseurs is door de gemeente Delft ingeschakeld voor het projectmanagement, de begeleiding van de aanbesteding en directievoering en toezicht.

Hoogste punt sport- en tentamencentrum Universiteit Leiden

31 januari jongstleden vierden we het bereiken van het hoogste punt van het nieuwe Universitair Sportcentrum in Leiden, direct aan het Campusplein. Het Sportcentrum bevat grote wedstrijdzalen en danszalen die overdag worden ingezet voor het tentamineren van circa 1000 studenten en ’s avonds en in het weekend voor sportactiviteiten, binnen en buiten. Ook de kleedruimten en horeca voor de naastgelegen sportvelden is in het gebouw meegenomen.

In het Universitair Sport Centrum komen twee grote wedstrijdzalen, drie danszalen, 1000 m2 aan fitnessruimte, een body en mindruimte, een spinningruimte, vier grote kleedruimtes voor binnensport, zes kleinere kleedruimtes voor buitensport, een kantoorzone en een horecagelegenheid.

Een haalbaar alternatief

Oorspronkelijk werd gekeken naar een gestapeld ontwerp aan de overzijde van de Einsteinweg. Door de kleine plot die daar beschikbaar was moesten de sportfuncties worden gestapeld. Nadat dit gestapeld ontwerp niet haalbaar bleek, adviseerde bbn om aan de andere kant van de weg te kijken. Door minder te stapelen en niet de grond in te gaan, kon op basis van Design & Build het project wél binnen het beoogde budget worden gerealiseerd. Met als bijkomend voordeel dat het gebouw ook direct de buitensport kan faciliteren, wat dan weer gunstig is voor de exploitatie.

De kosten voor de herinrichting van het sportpark worden gedekt uit de opbrengsten van nieuwe studentenhuisvesting die gebouwd kan worden op de plaats waar eerst het sportcentrum zou komen.

Sporten op het dak

Op het groene dak, op circa 3,5 meter hoogte, wordt een heus fitness circuit in het groen gerealiseerd, dat vanaf maaiveld bereikbaar is via twee trappen. Een van de trappen is bovendien bruikbaar als tribune bij activiteiten. Het hogere dak – circa 8 meter hoog – wordt voorzien van zonnepanelen om te voldoen aan BENG-eisen. In het ontwerp is rekening gehouden met voldoende panelen om het pand energieneutraal te maken.

De warmtepompen voor het SeTC worden aangesloten op een gezamenlijk warmte- en koudeopslag installatie van de Universiteit. In het interieur worden oude plafonddelen en een oude gymzaalvloer hergebruikt. De gevel van de fietsenstalling wordt gemaakt van gebroken hergebruikte stoeptegels, die door het ‘tegelwippen’ in grote hoeveelheden verkrijgbaar zijn.

Bijdrage bbn

bbn adviseurs heeft voor dit project het Programma van Eisen (PvE) opgesteld en vanaf de definitiefase tot en met de uitvoering projectmanagement en kostenmanagement. Waarbij de belangrijkste taak is het borgen van de beoogde kwaliteit. Tijdens de ontwerpfasen wordt dit geborgd door de ontwerpdocumenten inhoudelijk te toetsen aan het PvE. Tijdens de uitvoering voeren onze technisch inspecteurs toezicht op de bouw.

Groot Merwede, Nieuwegein

Voor de ontwikkeling van Groot Merwede werkt bbn namens Nieuwegein aan een financiële strategie.

Kansen voor de toekomst

In samenwerking met verschillende partners werkt gemeente Nieuwegein aan de ontwikkeling van Groot Merwede. Na 2030 zijn er in dit gebied kansen voor nieuwe woningbouw, bedrijvigheid en natuur- en recreatieontwikkeling. Deze ontwikkeling wordt onderzocht in de samenwerking met U Ned. Hierbij wordt ook gekeken naar de benodigde aanpassingen aan de wegenstructuur en de OV-verbindingen door de aanleg van de Merwedelijn. Aan bbn is gevraagd om financiële en strategische expertise te leveren.

Samenwerken

Binnen de onderzoeken maakt bbn deel uit van verschillende projectteams. Het is noodzakelijk om binnen de gemeente Nieuwegein verschillende stakeholders op de hoogte te houden van de tussentijdse resultaten. Daarnaast zijn er verschillende samenwerkingspartners, zoals gemeenten, provincie en Rijk. Er wordt gewerkt op basis van de MIRT-systematiek, waarin stapsgewijs planalternatieven worden geformuleerd en beoordeeld. Binnen dit grote planteam is bbn betrokken bij thema’s zoals financiële haalbaarheid, kosten, ontwikkelstrategie en MKBA.

Stap voor stap

De ontwikkeling van Groot Merwede is complex en duur. Er moeten veel condities op orde worden gebracht voordat er op een gezonde manier ontwikkeld kan worden. Door stapsgewijs te werken, alle stakeholders te betrekken, en de juiste vragen en antwoorden bij elkaar te brengen, wordt langzaam toegewerkt naar de realisatie van deze gebiedsontwikkeling.

Plattegrond: Groot Merwede © PosadMaxwan

Hoogste punt brede school Beesd

Maandag 3 december jl. bereikte de brede school Cingelplein in Beesd haar hoogste punt. Het energieneutrale, bio-based en natuurinclusieve ontwerp van RoosRos Architecten wordt gebouwd door Aannemersbedrijf P. van Leeuwen. Na het wind- en waterdicht maken start de afbouw van het houten gebouw, dat steeds meer vorm krijgt.

De bouw werd gevierd met bouwers en leerlingen van de scholen de Lingelaar en St. Antonius, die dagelijks de voortgang zien vanuit hun tijdelijke locatie. Beide scholen, de buitenschoolse opvang en de bibliotheek vormen straks samen met MFC het Klokhuis het maatschappelijke hart van Beesd.

Twee leerlingen overhandigden een tijdscapsule aan de aannemer, die in het gebouw worden verwerkt. De wethouder en uitvoerder spraken over de voorspoedige bouw, waarna de vlaggen van beide scholen werden gehesen. Na het officiële moment genoten de bouwers van wat lekkers.

Over enkele maanden wordt het gebouw opgeleverd. Leerlingen, docenten en gebruikers van de BSO, bibliotheek en het MFC kijken ernaar uit. bbn adviseurs begeleidt dit duurzame project vanaf de definitiefase, stelde het Programma van Eisen op en verzorgt het projectmanagement en directievoering en toezicht