In de gemeente Emmen was zowel het theater De Muzeval als het Centrum voor de Kunsten CQ toe aan vernieuwing van de bestaande huisvesting. De gemeenteraad van Emmen heeft zich uitgesproken over het aanpakken van de accommodatieproblemen.
Aan bbn adviseurs is gevraagd concepten te ontwikkelen voor nieuwe huisvesting van het theater en van het Centrum voor de Kunsten CQ. De mogelijkheid van combinatie van functies staat daarbij centraal. Zo heeft bbn adviseurs in nauw overleg met de gebruikers en de gemeente een aantal varianten ontwikkeld, waarbij er in verschillende mate sprake was van combinatie van functies en interactie tussen de twee organisaties van het theater en het Centrum voor de Kunsten CQ.
Fasering in de tijd en voorlopig gebruik van de huidige accommodaties is in het onderzoek meegenomen om spreiding van de financiële lasten voor de gemeente mogelijk te maken.
Voor dit haalbaarheidsonderzoek zijn globale Programma’s van Eisen opgesteld van zowel het theater als het Centrum voor de Kunsten CQ, zijn uitgangspunten vastgesteld voor de programmering en zijn programmaramingen opgesteld om de financiële consequenties in de vorm van benodigde investeringen en daaruit voortvloeiende kapitaallasten in beeld te brengen. Naast de raming van investeringen is ook in beeld gebracht wat de effecten zijn voor de gebouw- en de bedrijfsgebonden exploitatielast van het theater en het Centrum voor de Kunsten CQ ten gevolge van de vernieuwing van de huisvesting.
In de gemeente Dordrecht komt door diverse omstandigheden een schitterende bouwlocatie beschikbaar. Een landtong in het drie rivierenpunt in de directe nabijheid van het historische stadscentrum van Dordrecht. De plek vraagt om een ambitieuze invulling met een hoogwaardig bouwprogramma. In diverse verkennende studies wordt de mogelijkheid geopperd om op deze plek een nieuw theater te realiseren met een regionale betekenis.
Deze omstandigheid vormt een belangrijke aanleiding voor het opstarten van een discussie over de toekomst van schouwburg Kunstmin voor Dordrecht en de regio. Dit meer dan honderd jaar oude theater, dat in het begin van de jaren negentig een beperkte renovatie heeft ondergaan, kampt met diverse problemen. Het toneelhuis is te klein, de trekkenwand verouderd, zichtlijnen zijn slecht, de afmetingen van foyers zijn ontoereikend en grootschalig funderingsherstel is noodzakelijk. Ook is er sprake van een omvangrijk parkeerprobleem.
De gemeente stelt een Projectgroep in, die de toekomst van het theater en het filmhuis in een aantal scenarios moet onderzoeken. In deze Projectgroep werkt de gemeente samen met een aantal externe adviseurs, waaronder LAgroup Leisure en Arts Consulting, het Architectenforum en bbn adviseurs. De Projectgroep onderzoekt 4 varianten die variëren van beperkte ingrepen in het bestaande gebouw tot een ambitieuze nieuwbouwvariant. Van alle varianten werden de volgende eigenschappen in beeld gebracht: Programma van Eisen, culturele betekenis, stedenbouwkundige inpassing, investerings- en exploitatiekosten en de architectonische verschijningsvorm
De uitkomsten van het onderzoek worden ingezet in een debat met de bevolking en de gemeentepolitiek over de toekomst van podiumkunsten en het filmtheater in Dordrecht.
In opdracht van Zeestad CV/BV is een haalbaarheidsonderzoek ingesteld naar de verplaatsingsmogelijkheden van de Schouwburg (inclusief een stadshal voor evenementen) naar de Zuidwesthoek op de voormalige marinewerf Willemsoord. Het onderzoek moest antwoord geven op de vraag of verplaatsing programmatisch en technisch mogelijk is en onder welke condities dat financieel gerealiseerd kan worden.
De historische gebouwen Ketelmakerij (1920) en De Kathedraal (1916) vormen de basis van 3 opgestelde ruimtelijke modellen. Voor 3 modellen is een sterkte-zwakte analyse gemaakt. Vervolgens zijn ze financieel doorgerekend door bbn adviseurs. Dit heeft geresulteerd in een raming van de bouwkosten, stichtingskosten, de vertaling hiervan in jaarlasten en een raming van de overige exploitatiekosten.
Aan bbn adviseurs is vervolgens gevraagd het bouwproces te begeleiden van Programma van Eisen tot en met de uitvoering. Na selectie van de architect is het ontwerp gemaakt voor de ingrijpende functieverandering van de voormalige marinegebouwen om onderdak te kunnen bieden aan de schouwburg, stadshal met kleine zaal en restaurant. De gebouwen zijn een Rijksmonument.
Het theater heeft een oppervlak van 9.800 m2 en beschikt over een theaterzaal met 750 stoelen, een evenementenhal (stadshal) voor ca. 1.300 mensen met een middenzaal met 300 stoelen. De kleine zaal heeft ca. 125 stoelen. Tevens is er een restaurant,& kantoor en vergaderruimten.
Door bbn is de ontwerpfase begeleid, er zijn bouwkostenramingen opgesteld en de aanbesteding is georganiseerd. Vervolgens heeft bbn adviseurs de directievoering en het toezicht verzorgd.
De ‘Stichting De Muzerije’ is een educatieve instelling met aanbod op het gebied van beeldende kunst, dans, muziek en theater. Het hoofdgebouw van de instelling is op dit moment gehuisvest in de Hinthamerstraat. Deze locatie voldoet echter niet aan de eisen inzake brandveiligheid, ARBO, geluidsisolatie en dergelijke. Bovendien is de accommodatie te klein in verband met de groei van de organisatie als gevolg van fusies en een toename van het aantal activiteiten.
De gemeente wenste in nauw overleg met De Muzerije te onderzoeken hoe deze huisvestingsproblemen op te lossen zijn. Daarnaast had de gemeente behoefte aan een benchmark, om de kosten en het aanbod van dergelijke instellingen te kunnen vergelijken. bbn adviseurs heeft in eerste instantie een haalbaarheidsonderzoek gedaan naar vervangende huisvesting. Een Programma van Eisen werd opgesteld en de daarbij behorende kosten, vooralsnog op een willekeurige locatie.
In de benchmark werden de resultaten van De Muzerije vergeleken met twee vergelijkbare instellingen in Nederland. Bezoekersaantallen, omvang van de organisatie en omzet werden naast elkaar gelegd. Hoewel het interpreteren van de cijfers met de nodige omzichtigheid moest gebeuren, kon de conclusie getrokken worden dat De Muzerije in verhouding minder subsidie ontvangt dan andere instellingen. Dit legde een basis onder de argumentatie om te investeren in de huisvesting van De Muzerije. Ondertussen deden zich er nieuwe ontwikkelingen voor: de afdeling toneel zou elders gehuisvest gaan worden. Dit bracht ruimte en daarmee de mogelijkheid ook een renovatie van de Hinthamerstraat te overwegen. Op basis van het programma stelde bbn adviseurs een vlekkenplan op om deze vervolgens te voorzien van een kostenraming. Op basis van de door bbn adviseurs opgestelde vergelijking met de nieuwbouwvariant is uiteindelijk door de gemeente gekozen voor de renovatie.
Rozet is 1 september 2013 open gegaan als het huis van de bibliotheek, Historisch Museum, Kunstbedrijf, Kunstuitleen en Volksuniversiteit Arnhem. In december gaat ook het Erfgoedcentrum open dat een levendige, laagdrempelige presentatie biedt van de geschiedenis van Gelderland en Arnhem. Het Historisch Museum Arnhem en de Gelderland Bibliotheek (onderdeel van de Bibliotheek Arnhem) werken hieraan samen.
Het gebouw, 12.000 vierkante meter vloeroppervlak groot, is ontworpen door architectenbureau Neutelings Riedijk. De gevel bestaat uit zandkleurige, verticale prefab betonelementen. Deze zijn ofwel voorzien van reliëfs en rozetten (ornamenten met een analogie met het begrip kennis) ofwel ingevuld met glas. Daglicht kan zo tot diep in de ruimte binnendringen. Door het diepe reliëf doen de elementen ook dienst als vaste zonwering.
Voor de ontwikkeling van het Rijnbooggebied, dat de binnenstad verbindt met de Rijn, is gekozen voor twee culturele trekkers. Rozet is de ene, het kunstencluster (Museum voor Moderne Kunst en Focus Filmtheater) wordt het andere. Rozet en kunstencluster worden via een aantrekkelijke looproute met elkaar verbonden
bbn adviseurs is nauw betrokken geweest bij de vorming van de visie op het concept van Rozet. Zij heeft onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van synergie en heeft de visie uiteindelijk vertaald in een programma van eisen en een massastudie. Bbn heeft verder de budgetbepaling van het project verzorgd. De budgetbepaling bestaat uit het opstellen van de bouwkostenraming en de stichtingskosten raming inclusief het opstellen van het budget voor de inrichting.
Een ruim honderd jaar oude Amsterdamse tramremise in stadsdeel Oud-West is in gebruik genomen als cultuurcentrum De Hallen. Het centrum bevat twee theaters, acht filmzalen, een jazzclub, restaurants en cafés, een expositieruimte, een filmstudio, een bibliotheek, een sportcentrum, een kindercrèche en een poppodium voor 2.500 bezoekers omvatten.
Stadsdeel Oud-West had hiervoor twee intentieovereenkomsten gesloten met twee mogelijke ontwikkelaars van het project De Hallen, te weten: Delta Forte (in opdracht van Woningstichting Rochdale) voor alle woningbouw in het project en Stichting Culturele Hoofdstad Amsterdam (SCHA) voor de ontwikkeling van de voormalige GVB-werkplaats (het Rijksmonument) tot een cultureel centrum. Het uitgaanscentrum was een initiatief van LETZ (Leuk En Toch Zinnig); een investeringsmaatschappij van onder anderen tv-producent Harry de Winter. Voor de ontwikkeling heeft hij SCHA in het leven geroepen. De niet meer in gebruik zijnde tramremise is in handen van stadsdeel Oud-West. Het stadsdeel ziet het uitgaanscentrum als een culturele impuls in de wijk. Naast het uitgaanscentrum komen verder nog 334 woningen, een parkeergarage met minstens 450 plaatsen, winkels, kantoren en een nieuw stadsdeelkantoor.
bbn adviseurs heeft in opdracht van FanU (SCHA) investeringsramingen, vlekkenplannen en globale Programma’s van Eisen opgesteld.
Na uitvoerige onderzoeken over de haalbaarheid van nieuwbouw voor Doornroosje met de beschikbare gemeentelijke middelen, is de gemeente Nijmegen tot de conclusie gekomen aan andere alternatieven van financiering te moeten denken om realisatie met het gewenste ambitieniveau mogelijk te maken.
De gemeente Nijmegen heeft onvoldoende financiële middelen om de investering van de gewenste nieuwbouw van het Poppodium Doornroosje op traditionele wijze te kunnen bekostigen. Men heeft het idee opgevat om de nieuwbouw te realiseren met behulp van inzet van private financiering en inzet van de beschikbare gemeentelijke middelen voor of de nieuwbouw of de nieuwbouw en de programmering. Ten aanzien van Doornroosje gaat men daarbij uit van de ambitie als regionale topper. De gemeente wil met een Plan van Aanpak een kaderstellende uitwerking opstellen in randvoorwaarden, waarbinnen de aanbesteding van de financiering en realisatie van nieuwbouw moet plaats vinden.
bbn is door de gemeente ingeschakeld voor de begeleiding van dit project. In dat kader heeft bbn adviseurs meegewerkt aan diverse haalbaarheidsonderzoeken en daarbij Programmas van Eisen, investerings- en exploitatieramingen gemaakt. Een ander belangrijk onderdeel van deze taak is het ontwikkelen van een aanbestedingsstrategie om de doelstellingen van de gemeente te realiseren en marktpartijen op een goede manier te betrekken bij dit project.
Het plan bestaat uit een nieuw onderkomen voor Doornroosje met een grote en kleine zaal met bijbehorende voorzieningen en 350 studentenwoningen van de Stichting Studentenhuisvesting Nijmegen. Onder het complex komt een gratis fietsenstalling met 3700 plaatsen. Met de aanbesteding van dit plan komt een einde aan een zoektocht van meer dan tien jaar naar een geschikte plek voor de nieuwbouw.
Het sociaal cultureel centrum ‘De Wipmolen’ langs de Zeevaartschoollaan was om inhoudelijke en technische redenen dringend aan vervanging toe. Op de huidige locatie kon vervanging niet worden gerealiseerd. Daarom heeft de gemeenteraad besloten om een nieuw cultureel centrum te realiseren langs de haven in het centrum van het dorp. Stichting Cultureel Centrum De Wipmolen heeft de naam bekend gemaakt van het nieuwe cultureel centrum: ‘Landvast’.
Landvast is gebouwd op een oppervlakte van 1.000 m². Doordat het gebouw meer verdiepingen heeft, is het bruikbare vloeroppervlak drie keer zo groot. Landvast is de naam voor wat in de volksmond al jaren De Nieuwe Wipmolen wordt genoemd. Landvast ligt half buitendijks, half op het land en half in het water. De opnieuw ingerichte onderkade wordt benut als parkeerruimte voor 155 auto’s. Het gebouw is op twee manieren toegankelijk: vanaf het Raadhuisplein via een stalen brug of via de onderzijde met behulp van een brede trap.
De qua niveaus gevarieerde ontvangstruimte heeft een ruimtelijke en uitnodigende uitstraling. Bezoekers voor de grote zaal en de bioscoopzalen dalen na hun entree de trap af, de andere activiteiten in de kleinere zalen vinden bovenplaats waar tevens een horecavoorziening is. Daarnaast heeft de VVV-functie onderdak in het gebouw. bbn adviseurs heeft in opdracht van de gemeente Alblasserdam naast het uitvoeren van bouwmanagement tijdens de ontwerpfase en de directievoering en toezicht tijdens de uitvoering, tevens de gemeentelijk projectleider geleverd.
Het Raadhuisplein moest hét plein worden waar Haarlemmermeerders elkaar kunnen ontmoeten en kunnen uitgaan; een van de parels van het nieuwe Hoofddorp Centrum.
Het is een levendige en bruisende plek met cafés, restaurants, terrasjes en een grote bioscoop geworden. De Meerse is uitgebreid, de schouwburg is vergroot en er kwamen meer culturele voorzieningen waaronder een poppodium. De centrale bibliotheek en de stichting Artquake verhuisden naar het plein. Het plein zelf kan gebruikt worden voor culturele evenementen.
bbn adviseurs heeft het Programma van Eisen opgesteld en de synergie onderzocht. Tevens zijn er berekeningen van de kosten gemaakt en heeft bbn adviseurs door middel van een Europese aanbesteding de architectenselectie verzorgd.
De Prins van Oranje was reeds vele jaren een begrip in de Zeeuwse gemeente Goes, toen de gemeente moest besluiten deze theateraccommodatie te sluiten. Gelukkig waren er plannen voor een nieuwe Prins in voorbereiding.
bbn adviseurs was van meet af aan bij deze plannen betrokken en werd door de gemeente ingeschakeld als project- en bouwkostenmanager. De nieuwe schouwburg moest in en naast een monumentaal pand aan de Westwal gerealiseerd worden. bbn adviseurs initieerde studies om aan de achterzijde van het huidige pand nieuwe stedelijke ontwikkeling te creëren rondom een nieuw te formeren plein.
Uiteindelijk werd besloten om de hoofdingang van het nieuwe theater aan dit nieuwe plein te situeren. Na deze principiële beslissing kon het ontwerpproces voortvarend ter hand worden genomen.