“Nederland’s CO₂-budget: Tijd voor Begrotingsdiscipline in de Bouwsector”

Elke Nederlander snapt dat je niet structureel meer kunt uitgeven dan je hebt. De begrotingsdiscipline van Nederland is berucht in Europa, een maximaal financieringstekort van 3% is heilig. We konden de afgelopen 10 jaar iedereen vertellen hoe ze het zouden moeten doen. Nederland was de strengste schoolmeester van Europa.

Vanuit het Paris klimaatakkoord is er voor CO₂ ook eenvoudig een begroting en dito budget te berekenen. DGBC en Nibe hebben die exercitie een paar jaar geleden al uitgevoerd. Opmerkelijk genoeg weet Nederland hieraan geen vervolg te geven en ontbreekt het aan de nodige discipline. Blijkbaar zijn we op duurzaamheidsvlak van de vrijeschool, geen regels en hopen dat iedereen de eigen verantwoordelijkheid pakt, zonder dat hieraan prioriteit wordt gegeven.

Het Nederlandse Bouwbesluit, de bijbel van de bouwsector, heeft een gapend gat: het negeert volledig de materiaal gebonden CO₂-uitstoot. Het is een omissie die niet alleen de klimaatdoelstellingen van Nederland ondermijnt, maar ook volledig voorbijgaat aan de verantwoordelijkheid voor passende wetgeving. Gebouwen die volgens bouwbesluit worden vergund gebruiken materialen met hoge CO₂-uitstoot. Betonnen gebouwen verbruiken bijvoorbeeld gemiddeld 50% meer materiaal-CO₂ dan het CO₂-budget. Een financieringstekort van 50% zou alles in Nederland tot stilstand brengen, maar een CO₂ overschrijding keuren we dagelijks goed bij het afgeven van omgevingsvergunningen.

Het CO₂-budget voor de bouw tot 2030 is al bijna op. We jagen ons spaargeld er in 3 jaar doorheen, terwijl we nog 6 jaar moeten. En richting 2040 en 2050 moet de uitstoot nog harder naar beneden. Alleen de allerhoogste prioritering brengt ons terug op een pad richting Parijs. En de enige weg daarnaartoe is een wettelijke grens aan materiaal gebonden CO₂. Eerdere initiatieven hiertoe werden weggewuifd.

De internet consultatie van eind februari over de nieuwe MPG-norm heeft veel reacties losgemaakt. De hele sector vraagt om betere wetgeving en dit is de kans voor Hugo de Jonge om echt het verschil te maken! Luister naar de experts en stel als strenge schoolmeester regels vast die ons echt verder brengen. Van 50% naar 3% naar 0% overschrijding van ons budget.

Arne Balvers, bbn adviseurs

Plan- en vastgoedeconomie Hef Wonen

Hef Wonen is de Rotterdamse corporatie die ontstond bij de splitsing van Vestia. Hef Wonen zocht tijdelijk ondersteuning op het gebied van plan- en vastgoedeconomie. Enerzijds op het gebied van erfpacht, anderzijds voor lopende projecten waaronder Schiebroek-Zuid in Rotterdam.

Erfpacht
Hef Wonen heeft ongeveer 10.000 wooneenheden waar erfpacht van toepassing is. De erfpachtafspraken met de gemeente Rotterdam zijn er in veel verschillende vormen op het gebied van loopduren en voorwaarden.

De erfpachtafspraken resulteren enerzijds in een afslag op de marktwaardering van het vastgoed. Dit waarderingseffect komt tot uitdrukking in de boekwaarde van het vastgoed. Anderzijds heeft de erfpacht een financiële impact bij de verkoop van sociale huurwoningen. In de akte van de woningen staat vaak opgenomen dat de gemeente een bijbetaling verwacht op de historische grondprijs. Deze berekeningsmethodiek is vastgelegd in de ‘bijbetalingsregeling van de gemeente Rotterdam’.

Voor beide erfpachtvraagstukken hebben we een berekening gemaakt van alle woningen waar erfpacht van toepassing is. Daartoe hebben we diverse lijsten met data aan elkaar gekoppeld en zo nodig opgezocht in de vele erfpachtaktes. Hiermee is het vertrouwen in de juistheid van de resultaten sterk verhoogd.

Schiebroek Zuid
Al geruime tijd wordt er gewerkt aan gebiedsontwikkelingsplannen voor de wijk Schiebroek-Zuid in Rotterdam. De bijna 1000 woningen, die in eigendom zijn van Hef Wonen, zijn oud en slecht geïsoleerd. Het merendeel wordt de komende 10 jaar grondig gerenoveerd. Een klein deel van de woningen wordt gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Ook is het de bedoeling om de wijk van het gas af te halen. Dat kan eigenlijk alleen als de woningen worden aangesloten op een collectief warmtenet.

Vlakbij de wijk Schiebroek staat een datacentrum waar veel warmte vanaf komt die goed ingezet kan worden om woningen te voorzien van warm water. Om dat mogelijk te maken moet er stevig geïnvesteerd worden in de realisatie van een warmtenet. Samen met woningcorporatie Havensteder, die ook veel woningen in bezit heeft in Schiebroek, wordt in verschillende scenario’s gekeken naar de businesscase van de exploitant van de warmtelevering. De kosten die de aansluiting op het warmtenet voor Hef Wonen met zich mee brengen, worden opgenomen in de businesscase van Schiebroek Zuid. Bbn helpt Hef Wonen hun bijdrage aan een duurzamere wereld te realiseren.

Consultatie: Wijziging Omgevingsregeling met betrekking tot milieuprestatie gebouwen

Door demissionair minister de Jonge is er een aanscherping van het MPG-stelsel aangekondigd in een wijziging van de Omgevingsregeling (OR). Afgelopen februari kon er vanuit de markt via een consultatie input worden geleverd op deze wijziging. bbn heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt, omdat zij in haar dagelijkse werkzaamheden vaak met de MPG werkt. Lees hieronder de reactie:

Inhoudelijke reactie van de Oosterhoff groep
Houten, 22 februari 2024

In de dagelijkse praktijk van het ontwerpen, adviseren en realiseren van duurzame gebouwen, gebruiken de ingenieurs- en adviseurs van bbn adviseurs de Milieu Prestatie Gebouwen. Met ca. 130 adviseurs werken wij jaarlijks aan ruim 350 projecten en hebben wij ons tot doel gesteld om binnen de planetaire grenzen te bouwen. 

Deze opgave is echter niet vanzelfsprekend en vereist zowel inhoudelijk als in de overtuiging richting onze opdrachtgevers dat wij alle zeilen bij moeten zetten om duurzame keuzes in de praktijk te brengen. Eenduidige wet- & regelgeving is een van de sleutels voor het succesvol doorvoeren van duurzaamheid. De MPG, ondanks zijn vele beperkingen, is in de huidige vorm een middel dat wij daarvoor dagelijks gebruiken. 

De herziening van de milieuprestatie bevat een aantal zaken waar welke wij toejuichen, maar ook een aantal zorgwekkende ontwikkelingen. Wij sommen deze punten hieronder op en sluiten af met een puntsgewijs advies, waarvoor graag uw aandacht. 

Positief vinden wij:

Zorgwekkend vinden wij:

Gemiste kans:

Tot slot vinden wij het onduidelijk hoe er omgegaan wordt met de oudere LCA-data die volgens de A1 norm is opgesteld. In het algemeen is een van de grote tekortkomingen van de MPG de beschikbaarheid van voldoende data (EPD’s) van bouwmaterialen. Het verliezen van bruikbare (A1) data door de overgang naar de nieuwe A2 norm zou een enorme beperking betekenen tijdens de overgangsperiode.

Conclusie
Het overstappen naar de hernieuwde milieuprestatie is niet zonder aandachtspunten. Het doorvoeren van de nieuwe A2 norm met 19 milieu-impact categorieën is zelfs nadelig en heeft een averechts effect op het verduurzamen van de bouwsector. De kwaliteit van MPG-berekeningen staat onder druk door het gebrek aan uniforme data en het gebrek op controle van uniforme berekeningen. Wij doen daarom de volgende aanbevelingen:

Wij stellen ons graag beschikbaar voor het voeren van een dialoog op bovengenoemde punten. Het is in ons aller belang om de verduurzaming van de bouw te versnellen. Dit behalen wij door het stellen van ambitie, het toepassen van eenduidige en transparante methoden, samenwerking en reflectie. Laten we op deze wijze ook de wijziging van de omgevingsregeling aanpakken!

Hoogachtend,
bbn adviseurs

Arne Balvers
CEO

bbn lanceert nieuwe kennis voor CO2-Budgetten per gemeente

bbn adviseurs kondigt met trots de lancering aan van een innovatief platform voor inzichten op CO2-budgetten per gemeente. Dit initiatief stelt elke gemeente in staat om een op maat gemaakt overzicht te downloaden via de website CO2BudgetGemeente.nl.

Om de klimaatdoelen te bereiken is het essentieel om te begrijpen hoeveel CO2-uitstoot elke gemeente mag genereren. Door elke gemeente een specifiek CO2-budget toe te kennen, biedt bbn een krachtig instrument waarmee lokale overheden beter kunnen bepalen hoeveel bouwactiviteit en emissies in hun gemeente toelaatbaar zijn.

Het concept is eenvoudig maar effectief: elke gemeente ontvangt een vastgesteld CO2-budget, wat aangeeft hoeveel uitstoot er plaats kan vinden binnen hun grondgebied. Dit wordt gekoppeld aan de woningbouwproductie van de gemeente: hoeveel uitstoot is mogelijk binnen de nieuwbouwopgave die de gemeente voor ogen heeft?

“Het is goed dat we deze stap kunnen zetten en deze informatie publiek met iedereen kunnen delen,” zegt Arne Balvers, directeur van bbn.” Door deze inzichten beschikbaar te stellen, bieden we een praktisch instrument voor duurzame stedelijke ontwikkeling en bevorderen we een gezonde balans tussen economische woninggroei en milieubewustzijn.”

bbn nodigt alle gemeenten uit om deel te nemen aan dit initiatief en gebruik te maken van de aangeboden inzichten om actief bij te dragen aan een duurzamere toekomst voor haar woningbouwplannen.

Voor meer informatie en toegang tot de CO2-budgetten per gemeente, bezoek CO2BudgetGemeente.nl.

Over bbn
bbn is een toonaangevend adviesbureau dat zich richt op duurzame oplossingen voor vastgoed en gebiedsontwikkeling over het hele spectrum. Met een focus op duurzaamheid en innovatie streeft bbn ernaar om praktische instrumenten te bieden voor een evenwichtige groei in harmonie met het milieu.

Gebiedsontwikkeling Lingeoever nu compleet

De gemeente Gorinchem zet een belangrijke stap in de gebiedsontwikkeling van Lingeoever met de aankondiging van een nieuwe brug over de Linge. De brug, die de Spijksedijk verbindt met de Arkelsedijk, speelt een cruciale rol in het ontsluiten van de opkomende wijk Lingeoever en het realiseren van een oostwestfietsverbinding.

Het project, dat voortvloeit uit de gebiedsontwikkeling Lingeoever, heeft als doel de transformatie van de oevers van de Linge naar woningbouw. bbn, betrokken bij de rapportage ‘Vleugels van de Stad’, vervult een leidende rol in het project. Vanuit de gemeente verzorgt bbn de projectleiding, waarbij participatie, inkoop, ontwerpleiding en de voorbereiding van de realisatie onder de verantwoordelijkheid vallen. Dit omvat onder andere grondverwerving, krediet- en subsidieaanvragen, en het verkrijgen van vergunningen en toestemmingen.

Het schetsontwerp, tot stand gekomen met behulp van uitgebreide participatie op basis van het stedenbouwkundig plan van Lingeoever, heeft de goedkeuring van de raad en het benodigde budget gekregen. Het inkooptraject staat nu op het punt te beginnen, waarna het verdere ontwerp- en participatietraject van start kan gaan.

Tegelijkertijd loopt de bestemmingsplanprocedure, waarbij de gebiedstransformatie en de brug worden samengevoegd in één bestemmingsplan. Het project omvat onder andere een buitendijkse onderdoorgang, een binnendijks vrijliggend fietspad, de brug over de Linge en aansluitingen op de Spijksedijk, Arkelsedijk en Lingeoever, evenals de herinrichting van de Arkelsedijk.

Met de geplande bouw van 500 appartementen vereist het project een slimme bouwstroom en fasering om de bouwhinder te beperken. Het is essentieel dat de brug tijdig wordt opgeleverd om bouwverkeer, hulpdiensten en toekomstige bewoners tijdig te faciliteren.

Op dit moment is het schetsontwerp door het college vastgesteld en heeft de raad het budget vrijgegeven voor de brugrealisatie. Het bestemmingsplan ligt momenteel ter inzage, waarmee de laatste stap naar de verwezenlijking van de Lingeoevergebiedsontwikkeling is gezet.

Inspiratiebijeenkomst: Een betere wereld vol mogelijkheden

De inspiratiebijeenkomst op 31 januari 2024 was wederom een enorm succes! Met bijna 300 enthousiaste gasten delen we samen opnieuw een onvergetelijke ervaring, gewijd aan verandering en positieve ontwikkelingen. 

De middag begint met de betoverende klanken van M. Lucky. Een getalenteerde muzikante uit Amsterdam die met haar zelfgeschreven poëtische popnummer Champagne Apocalyps haar zorgen over de toekomst uit. Haar muziek zet de toon voor een dag vol inspiratie en vernieuwing. Nieuwsgierig naar meer muziek van M.Lucky? Klik hier! 

Michel Scholte, het brein achter True Pricing en medeoprichter van het Impact Institute neemt ons mee op een boeiende reis door de wereld van impactmeting en -beheer. Van belang hierin? De ontwikkeling van een gemeenschappelijke taal en het voeren van de discussie over werkelijke waarde tot in de bestuurskamers!

Michel roept ons op om te stoppen met zelfmedelijden en energiek en met plezier de avonturen aan te gaan waar we voor staan. Dus wanneer wissel jij de BAR (het Bruto Aanvang Rendement) in voor de BIR (het Bruto Impact Rendement) en stuur je niet alleen op financiële waarde, maar ook op sociaal maatschappelijke waarde?

Met complimenten aan bbn voor de stappen die zij hierin zet, waaronder het koppelen van CO2-data aan haar kostenramingen. Zo weet je niet alleen wat je project kost, maar ook wat de impact van je project is. En de CO2 budgetmonitor gemeenten voor woningbouw, welke gemeenten inzicht geeft of hun woningbouwplannen al dan niet in lijn zijn met het Parijsakkoord. Zie www.co2budgetgemeente.nl.

Hebben we het over energiek, dan hebben we het zeker ook over Marjet Rutten, inspirator en innovator en lid van Gideon. In een zeer interactieve sessie laat zij zien dat biobased bouwen nu mogelijk en betaalbaar is! Dus welke hernieuwbare materialen introduceer jij vandaag nog in jouw project?

Sanne van der Burgh, Associate Director en hoofd innovatie en technologie bij MVRDV deelt haar inzichten over hoe MVRDV in haar projecten stuurt op duurzaamheid. Ook toont zij aan dat het gelukkig nog altijd mogelijk is om bijzondere gebouwen te realiseren! Dank Sanne voor deze mooie en openhartige blik achter de schermen van MVRDV.

Een boeiende sessie ‘Omdenken’ vormt de afsluiting van een fantastische dag, waarbij we gezamenlijk leren om problemen niet te vermijden, maar te gebruiken als bouwstenen voor een betere wereld vol mogelijkheden. 

Aan de slag-dag
Woorden inspireren, maar daden zetten aan tot echte actie. Wil je ook daadwerkelijk stappen zetten naar een betere wereld vol mogelijkheden? Op 14 februari aanstaande houden wij samen met Elemental de ‘Aan de slag-dag’. Deze middag gaan we met elkaar aan de slag en creëren we samen echte verandering. Meer weten of wil je je alvast aanmelden? Klik dan hier

Hartelijk dank aan alle sprekers, deelnemers en organisatoren voor jullie betrokkenheid en actieve deelname. Samen hebben we een verschil gemaakt en stappen gezet richting een positieve en hoopvolle toekomst. Op naar nog meer inspiratie en verandering! 

4 Tips voor duurzamer bouwen voor een nieuw kabinet

Welke wijzigingen in wet- en regelgeving maken de verduurzaming makkelijker?

De verkiezingen zijn geweest. In stilte wordt gewerkt aan de formatie. Wat er ook uitkomt, met duurzaamheid moet ieder kabinet aan de slag. In de praktijk van de verduurzaming van Nederland lopen we regelmatig aan tegen beperkende wet- en regelgeving. Daarom leek het ons verstandig verschillende tips mee te geven aan het nieuwe kabinet: welke wijzigingen in wet- en regelgeving maken de verduurzaming gemakkelijker?

Paris Proof bouwen: integratie in het bouwbesluit voor een duurzame toekomst
De term “Paris Proof” staat synoniem voor de ambitie om gebouwen te ontwerpen en te bouwen in lijn met de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs. We willen immers de opwarming van de aarde beperken. Het is belangrijk dit in alle fases van de bouwwetgeving te verwerken.

Enkele van onze wensen op hoofdlijnen:

  1. Energieneutraliteit:
    Het Bouwbesluit moet streven naar energieneutraliteit door het bevorderen van hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiënte bouwmethoden. Bouwprojecten zouden moeten voldoen aan specifieke criteria om een bepaald percentage van hun energiebehoefte uit duurzame bronnen te halen.
  2. Duurzame materialen:
    Voeg meer bepalingen toe die het gebruik van duurzame bouwmaterialen aanmoedigen. Dit omvat materialen met een lage CO₂-voetafdruk, gerecyclede materialen en producten met erkende milieukeurmerken.
  3. Levenscyclusanalyse (LCA):
    Integreer een verplichte levenscyclusanalyse voor bouwprojecten. Hierbij worden alle CO₂-emissies gedurende de volledige levensduur van een gebouw in beschouwing genomen, vanaf de bouwfase tot en met de sloop.
  4. Energieprestatie normen:
    Versterk de bestaande energieprestatienormen en stel ambitieuze doelen voor energie-efficiëntie op, met specifieke aandacht voor het verminderen van het operationele energieverbruik van gebouwen.

Een betere MPG-database
Ingenieur Kitty Huibers van ABT geeft aan dat ze gemakkelijk een boek zou kunnen schrijven over talloze verbeteringen die kunnen worden aangebracht in de MPG-database. Deze database bevat de milieubelasting van bouwmaterialen. Echter, de huidige database is te beperkt; alleen Nederlandse producten worden bijvoorbeeld opgenomen, ondanks het internationale inkoopgedrag in de bouwmarkt. Daarnaast wijkt de rekenmethode voor de impact gedurende de levenscyclus van materialen af van Europese standaarden. De vele mogelijkheden tot verbetering zullen binnenkort breder worden gedeeld via NL Ingenieurs. 

Houtbouw fair wegen in de MPG
Bij het verkrijgen van een bouwvergunning is het noodzakelijk om een MilieuPrestatie Gebouwen (MPG)-berekening te maken, die de ecologische impact van het gebruik van bouwmaterialen vertegenwoordigt. Momenteel wordt er bij deze berekening standaard uitgegaan van een levensduur van 75 jaar voor hout, terwijl hout juist uitstekend kan worden gedemonteerd en hergebruikt (voor de levensduur van woningen wordt uitgegaan van 75 jaar en voor kantoorgebouwen 50 jaar). Een ander voorbeeld betreft isolatiematerialen; sommige moderne isolatiematerialen zijn zeer duurzaam en gaan aanzienlijk langer mee dan momenteel wordt verondersteld.

De bestaande regelgeving plaatst houtbouw in een minder gunstige positie ten opzichte van traditionele en sterk vervuilende materialen zoals beton. Om de CO₂-uitstoot te verminderen, roepen we het nieuwe kabinet op om de berekeningsregels aan te passen. Hierdoor kan een realistischer beeld ontstaan van de duurzaamheid van bouwmaterialen, waardoor innovatieve en milieuvriendelijkere opties beter kunnen concurreren in de bouwsector. 

Biobased bouwen promoten door biogene opslag mee te wegen
Biobased materialen zijn bouwmaterialen die geheel of gedeeltelijk zijn samengesteld uit plantaardige of dierlijke biomassa. Het unieke kenmerk van biobased materialen ligt in hun herkomst van levende organismen die tijdens hun groei CO₂ opnemen. In een duurzaam beheer voorziet de natuur voortdurend in nieuwe biomassa. Dus: bouwgrondstoffen die CO₂ opnemen!

Bij grootschalig gebruik van hout en andere biobased materialen in de bouw kan een rol worden gespeeld als een tijdelijke opslagplaats voor CO₂, wat bijdraagt aan het beperken van klimaatverandering. Momenteel wordt deze biogene CO₂-opslag in hout en andere biobased materialen niet meegenomen in de MPG en de MKI. Met “biogene CO₂” wordt verwezen naar het natuurlijke proces van koolstofopname tijdens de groei van bomen en planten.

In de LCA wordt gebruikgemaakt van de zogenaamde -1/+1 methode: de tijdens de groei geabsorbeerde CO₂ wordt bij verbranding aan het einde van de levensduur weer vrijgegeven, waardoor het netto-effect op nul wordt gebracht.

Planeconomie De Draai

De gemeente Dijk en Waard is actief betrokken bij diverse bouwprojecten voor nieuwe woningen, waarbij één van de grootste woningbouwlocaties binnen de gemeente bekend staat als de Draai. In deze nieuwe wijk aan de oostkant van Heerhugowaard worden 2.700 woningen gebouwd. Vanwege bepaalde omstandigheden had de gemeente direct behoefte aan extra capaciteit voor de functie van planeconoom.

In een kort tijdsbestek heeft bbn adviseurs in 2021 planeconomen beschikbaar gesteld om de projecten over te nemen. Vooral het project De Draai was van belang om snel over te nemen, gezien al de helft van de wijk bewoond is. Het was essentieel om vertraging te voorkomen. Nadat de gemeente het capaciteitsprobleem intern had opgelost, is bbn twee dagen per week betrokken gebleven als projectcontroller.

Het project De Draai is al geruime tijd gaande en bbn is sinds 2008 betrokken bij het leveren van projectmanagement. Vanaf het begin van de opgave maakte de planeconoom van bbn deel uit van het projectteam. Dankzij een goede samenwerking binnen het projectteam is het gelukt om de woningbouwproductie voort te zetten.

Voor het project De Draai heeft bbn gedurende ongeveer anderhalf jaar de rol van planeconoom op zich genomen. In deze periode heeft bbn onder andere de stedenbouwkundige plannen doorgerekend, beoordeeld en bijgestuurd. Ook zijn de plannen getoetst aan de grondexploitatie, zijn grondwaardeberekeningen gemaakt voor ontwikkelaars, en heeft bbn een rol gespeeld in de actualisatie van de grondexploitaties. In de functie van projectcontroller ondersteunt bbn bij het financieel beheer van alle woningbouwprojecten in Heerhugowaard.

Verstandig omgaan met participatie in gebiedsontwikkeling

Participatie voor gemeenten verplicht bij opstellen omgevingsvisie en omgevingsplan.

Gemeentelijke projectleiders in de gebiedsontwikkeling hebben veel op hun bordje. Vanaf 2024 komt daar ook participatie onder de omgevingswet bij. Hoe kun je hier als gemeente verstandig mee omgaan?

Wat is participatie?
Participatie is al jaren een vast onderdeel van gebieds- en vastgoed ontwikkelingen. Participatie gaat over informatieverstrekking en afstemming van inzichten wat kan leiden tot het creëren van begrip en draagvlak.

Een van de krachten van participatie is het inbrengen van diverse perspectieven. Inwoners, bedrijven, en maatschappelijke organisaties hebben verschillende ervaringen en inzichten die van onschatbare waarde kunnen zijn. Door deze diverse groepen actief te betrekken, ontstaat een completer beeld van de behoeften en belangen in de leefomgeving waardoor een betere besluitvorming mogelijk wordt. Hiermee draagt participatie bij aan de kwaliteit van een ontwikkeling.

De verandering onder de omgevingswet
Participatie bestaat al heel lang in de gebiedsontwikkeling. In die zin verandert er niet veel nu de Omgevingswet per 1 januari 2024 van kracht is geworden. Wat wel verandert, is dat participatie in een aantal gevallen verplicht wordt. Zo worden gemeenten verplicht participatie te organiseren bij het opstellen van een omgevingsvisie en omgevingsplan. Ook schrijft gemeentelijk beleid steeds vaker voor dat participatie moet plaatsvinden.

Een recente uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State leert dat ook draagvlak een formele positie krijgt. Hierbij gaat het er dan niet om dat iedereen het met een ontwikkeling eens moet zijn. Het gaat er echter wel om dat je laat zien wat je hebt gedaan aan participatie, wat de resultaten zijn, wat daarmee gedaan is en hoe je komt tot de eindoverweging. Met andere woorden, nee is ook een antwoord als je maar uit kunt leggen waarom het antwoord nee is.

Verder is het van belang verwachtingen te managen door bij aanvang duidelijke afspraken te maken en goed vast te leggen wat partijen van elkaar mogen verwachten. En daar zien we het vaak fout gaan. Er wordt iets beloofd wat men niet waar kan maken of er worden geen duidelijke afspraken bij de start van de participatie gemaakt. Hiermee wordt de eigen ellende georganiseerd. Nu participatie vaker verplicht wordt, wordt het ook onderdeel van de juridische toetsing. En daarmee levert het niet goed organiseren van de participatie dus een duidelijk risico op voor een ontwikkeling. Hierbij is een goede vastlegging van het proces, de bijeenkomsten, de inbrengreacties en wat daarmee is gedaan noodzakelijk.

De Omgevingswet zegt niets over hoe de participatie moet worden georganiseerd. Voor elke ontwikkeling is men vrij dit zelf te bepalen. Hierbij is het van belang om te bepalen op welk niveau de participatie wordt georganiseerd. Mogen belanghebbenden meedenken, mee creëren of worden ze alleen geïnformeerd? En vervolgens instrumenten te kiezen die passen bij het gekozen niveau van participatie. De initiatiefnemers maken dus zelf de inschatting wat ervoor nodig is om voor hen tot een ontwikkeling te komen en hoe dit ‘valt’ bij de juridische toetsing.

Twee voorbeelden: Gorinchem en Zoetermeer
Bij de ontwikkeling van een toekomstvisie op het Van Tuyllpark en de Oostelijke Bedrijventerreinen in Zoetermeer heeft Ciska Meijer als projectleider de participatie georganiseerd. Voor dit verouderde sportpark, en de naastgelegen bedrijventerreinen, was een nieuwe visie nodig.

Er werd gesproken tijdens interactieve bijeenkomsten met ondernemers, sportverenigingen en bewoners. Ook werd een enquête uitgezet onder inwoners van de stad. Daarmee is veel input verzameld voor het opstellen van modellen voor het gebied. Deze modellen zijn ook weer aan de betrokken stakeholders voorgelegd. Op basis van de reacties op de modellen is vervolgens een voorkeursmodel voor het gebied opgesteld. Binnenkort wordt met de presentatie hiervan de laatste stap in de participatie gezet.

In Gorinchem is met een kleiner budget toch veel bereikt bij de totstandkoming van de Nota van uitgangspunten voor Linge 2 Zuid. Ook hier is een enquête gebruikt om input voor de Nota op te halen. Verder is met een aantal stakeholders gesproken over de uitgangspunten die zij mee wilden geven aan de ontwikkeling van het gebied. Op basis hiervan is uiteindelijk de Nota van Uitgangspunten opgesteld.

Een gezonde, democratische samenleving met participatie
De waarde van participatie gaat echter veel verder dan de juridische verplichting. Het is een essentieel onderdeel van een gezonde, democratische samenleving. Door actief bewoners en belanghebbenden te betrekken, ontstaat een leefomgeving die niet alleen voldoet aan regelgeving, maar juist aansluit bij de behoeften en wensen van de gemeenschap. Participatie is een kans om samen de toekomst van onze leefomgeving vorm te geven.

Sturen op kosten en milieu-impact

De bouwsector staat voor een grote verduurzamingsopgave. Dit gaat verder dan alleen het reduceren van CO₂ in de gebruiksfase. Ook het bouwproces en het materiaalgebruik veroorzaken een grote impact op de uitstoot van CO₂.

In de nieuwbouwopgave is veel aandacht geweest voor operationeel energieverbruik en is er door implementatie van maatregelen zoals de Bijna EnergieNeutrale Gebouwen (BENG) -eisen ook de benodigde voortgang op geboekt. Materiaalgebonden emissies krijgen hierdoor een steeds groter aandeel.

Materiaalgebonden emissies kunnen worden geminimaliseerd door in de gehele keten goed na te gaan waar reductie kan plaatsvinden. Met name in nieuwbouw is dit een punt van aandacht, gezien de nieuwbouwopgave waar we voor staan.

Maar hoe minimaliseer je de milieu-impact van een gebouw nu eigenlijk? En wat kost dat dan? Bij bbn geloven we erin dat je milieu-impact en bouwkosten niet los van elkaar kunt zien. Om duurzamere keuzes te maken moet je weten wat dit kost en wat dit oplevert aan minder milieu-impact. Daarom sturen de bouwkostenmanagers bij bbn op kosten, kwaliteit en milieu-impact.

Meer weten? Download hier het document voor meer uitleg.